De provincie Noord-Brabant werd vanaf maart 2020 zwaar getroffen door het coronavirus. Om inzicht te krijgen in de behoefte aan nazorg onder coronagetroffenen, startten de GGD Hart voor Brabant en GGD Brabant Zuidoost in juli 2020 in samenwerking met ons een kortdurend onderzoek naar ondersteuningsvragen bij corona. De resultaten uit dit onderzoek kunnen helpen om het hulpaanbod in termen van nazorg beter te organiseren.
Het onderzoek richtte zich op de nazorgbehoeften (na de ziekte) van mensen die na een positieve test in thuisquarantaine zaten, mensen die opgenomen zijn geweest op de intensive care en nabestaanden van een overleden coronapatiënt. Door 15 van hen te interviewen brachten we op exploratieve wijze in kaart of en aan welke praktische – en psychosociale nazorg zij behoefte hebben en wordt passende hulp ingezet.
De partners in dit onderzoek concluderen dat er sprake is van een kloof tussen het medische en sociale veld van zorgverlening. Enkele geïnterviewden hebben vergelijkbare negatieve ervaringen omtrent informatie over nazorg en ondersteuning uit verpleeghuis en ziekenhuis en misten betrokkenheid vanuit hun huisartsenpraktijk. Er is ook een gebrek aan kennis bij professionals over het Post Intensive Care Syndroom. Daar waar wél regelmatig contact was met de huisarts, werd dit als een belangrijke steun ervaren. Het thema van gemiste zorg en ondersteuning wordt in alle subgroepen genoemd. Samenwerken tussen medische en sociale domein lijkt een belangrijke voorwaarde om te komen tot een integrale aanpak in de nazorg bij corona.
GGD Hart voor Brabant en de Tranzo (Tilburg University) werkten in dit project samen met GGD Brabant-Zuidoost, Slachtofferhulp, gemeenten, Reinier van Arkel, IMW Tilburg, ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum en patiëntenvereniging IC Connect.